Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het geschiedde nu [1]in het vierhonderd en tachtigste jaar, na den uitgang der kinderen Israels uit Egypte, in het vierde jaar van het koninkrijk van Salomo over Israel, in de maand [2]Ziv (deze is [3]de tweede maand), dat hij het huis des HEEREN [4]bouwde. 1. Sommigen rekenen deze jaren aldus: onder Mozes in de woestijn zijn de kinderen Israels geweest veertig jaren, onder Jozua zeventien, onder de richters 299, onder Eli, Samuel en Saul tachtig, onder David veertig. Deze tezamen gerekend, met vier jaren van het koninkrijk Salomo's, maken 480 jaren. 2. Meest overeenkomende met onzen April, en ten dele met onzen Mei. Zie van deze maand ook onder vs.37; idem Num.1:1. 3. Naar de ordinantie des Heeren, Ex.12:2. 4. Dat is, begon te bouwen, alzo Gen.5:32. Zie hiervan breder onder vs.37,38; 2 Kron.3:1.